3. Sinaai in de 15de eeuw

Hoe onze streek er in de vijftiende eeuw cijfermatig uitzag, blijkt uit volgende gegevens: in 1408 werden er in Sinaai en in Belsele samen 371 hofsteden of woonhuizen geteld en 1200 communicanten. Beide dorpen waren samen ongeveer 3200 ha groot, het domein van de abdij van Boudelo niet inbegrepen (dit bedroeg ongeveer 800 ha). In 1480 staat Sinaai met 179 strijdbare mannen (dit zijn mannen tussen 18 en 70 jaar) op de rol; dit was 5% van het totaal voor het Land van Waas. In 1552, tijdens de laatste jaren van de regering van Keizer Karel, bedroeg dit aantal 224.

In de troebele jaren tussen 1560 en 1585 blijkt de Sinaaise bevolking de opkomende protestantse hervorming gunstig gezind geweest te zijn. Van 1578 tot 1584 werd de pastoor zelfs vervangen door een predikant, een zekere Jacobus, en op 28 mei 1578 steunden de schepenen van Sinaai de petitie van Servaes Steelant, kasteelheer van Wissekerke (Bazel), die de afzetting voorstond van de Spaanse en dus kerkgezinde hoofdschepenen.

Met de herovering van het Land van Waas door de legers van Farnese en de val van Antwerpen in 1585 werd de vroegere orde hersteld. De onrust, de last der bezetting, de schade door plundering en brandstichting, en het vertrek van talrijke protestantsgezinden hadden de bevolking niet alleen uitgedund, maar ze ook met andere ogen naar de toekomst leren kijken. Op het eind van de 16de eeuw was men ook in Sinaai de uitputting nabij en moest men aan een moeizaam herstel beginnen. Op godsdienstig vlak kwam de drijvende kracht daartoe van het Concilie van Trente (1545 - 1563). Hoewel de daar genomen beslissingen aanvankelijk met enige tegenzin werden uitgevoerd, slaagden de bisschoppen erin om ‘revolutionaire’ hervormingen door te voeren. De Nederlandse gewesten kregen veertien nieuwe bisschoppen en naast hen werden pastoor-dekens benoemd, zodat men de lokale gemeenschappen beter kon begeleiden. Daarnaast werd er ook meer aandacht besteed aan de vorming van de clerus. De hervorming werd in Sinaai vooral gedragen door pastoor Laurentius Elias (1585 - 1611). Hij kreeg hiervoor de nodige financiële steun en kon ook rekenen op de toewijding en de - zij het niet altijd onbaatzuchtige - gulheid van de begoede ingezetenen.

© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.