Bruinhemden in Pannenhuisstraat - Klein-Sinaai

Verhaal van Roger Vervaet... 
Op 't Vaardeken en op Coudenborm marcheerden opeens groepen jonge mannen in bruin uniform.  Ze zongen Vlaamse strijdliederen zoals Kempenland aan de Dietse kroon, ze hadden zelfs een eigen kamplied.
https://soundcloud.com/user-131589089/bruinhemden-klein-sinaai
In de plaats van een wapen droegen ze een schop en spade op de schouder en rug.  Dit waren de werkers van de vrijwillige Arbeidsdienst van Vlaanderen (1941 - 1944).  Dit was eerst een onafhankelijke organisatie onder toezicht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.  In 1943 hebben de Duitsers de werking volledig naar zich toe getrokken.  Deze jongens namen, zoals de naam het zegt, vrijwillig dienst.  Ze tekenden voor zes maanden, een termijn die verlengd kon worden.  Vaak ging het om studenten, die te kiezen hadden tussen fabriekswerk of de VAVV.  Ook Vlaamse idealisten en jonge werklozen.  Mijn vader keek ernaar, schudde zijn hoofd en vroeg zich af hoe het mogelijk was die gasten zover te krijgen om bruinhemden te worden.  Door dienst te nemen ontliep men de arbeidsdienst in Duitsland en was de familie ook in het weekend nooit veraf. 

Unieke fotoreeks:

Kamp van de Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen (VAVV) te Klein-Sinaai, 28/1/1944

Volksfeest van de Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen (VAVV) in het kamp Baudeloo te Klein-Sinaai, 18/7/1943

In deze organisatie werd vanaf 1943 sterk propaganda gemaakt rond het Oostfront.  Stalin had in de Sovjet Unie het communisme uitgebouwd met veel terreur tegen elkeen die er een andere mening op na hield.  Diep Katholieken Vlaamse jonge idealisten werden door Duitsgezinde Vlaamse congressen opgeroepen om aan dit communisme een halt toe te roepen want "het communistisch gevaar kan je niet tegenhouden met paternosters, enkel en alleen met wapens" zo luidde de propaganda.  En tal van die jongens zijn in die valstrik gelopen zonder dat ze goed beseffen dat ze misbruikt werden door de nazi's.  Velen hebben aan het Oostfront hun leven gelaten of kwamen zwaar gewond terug.  Hier hadden de bruinhemden het goed.  Aan het hoofd stond Gabriel Strauven.  Hij stond onder het toezicht van de Duitse officier die de uitkijktoren op de Heirweg (Stekene) bemande.  Het enige doel van de kampbewoners was arbeid verrichten voor Vlaanderen.  Sommige meisjes uit de streek hadden wel sympathie voor de jonge kampbewoners die in onze streek vrijelijk rondwandelden.  Hun kamp Baudelo, elf door de leden zelf gebouwde barakken groot, lag op meer dan drie hectare in de Pannenhuisstraat te Klein-Sinaai.  Daar waren slaap- en eetzalen, plus een ontspanningszaal met bar, waar 's avonds fel werd gediscussieerd tussen de pro en de anti nazi's.  Het terrein was afgesloten en een bruinhemd stond op wacht aan de slagboom.  Zonder goede reden kwam men niet op hun terrein. Eenmaal hebben ze tijdens een voetvalmatch opendeur gehouden en ieder mocht het kamp bezoeken.  Op het terrein heeft de firma Van Mele van de Damstraat een koelkelder gebouwd om hun eetwaren in te bewaren.  Dagelijks kwamen ze melk afhalen in de melkerij Sint Isidoor op de Ruiter. 
 
In Baudelo verbleven ongeveer een honderdvijftigtal arbeidsmannen.  Geregeld verplaatsten ze zich te voet, al zingend door de dorpskom van Moerbeke naar het vliegveld.  Ook hebben ze nog bij de boeren geholpen, zoals bij Ward Cerpentier op de Ruiter.  Boer Petrus Coppieters had zware astma en kon zijn boerderij niet meer alleen aan. Hij kreeg van de kampoverste al die tijd dagelijks een volle werkkracht.  In de Heirnisse moesten ze grachten kuisen en bomen omhakken.  Ze hadden zelfs een offerte ingediend om de Vaart van Stekene schoon te maken.  De hoofdcommandant van Vlaanderen van Thillo zag de Nederlaag van de Duitsers in 1944 aankomen en verdween voor altijd naar Argentinië.  Na de oorlog werd hij bij verstek tot de doodstraf veroordeeld.  Met het vertrek van Van Thillo werd meteen de organisatie in Vlaanderen ontbonden.  De bruinhemden zijn vliegensvlug naar huis gekeerd.  Het leegstaand kamp werd door het Duits leger bij hun aftocht overgenomen; ze lieten bij hun vlucht wapens en munitie achter.  Vooraleer de laatste Duitse soldaat verdwenen was, werd op één dag hun kamp volledig leeg geroofd.  Er zullen in Klein-Sinaai en waarschijnlijk ook in Moerbeke en Stekene nog wel souvenirs van staan.
 

Het verlaten van het kamp was dan een speelterrein voor kinderen.  Zij vonden allerhande spullen van de Duitsers, zoals zaklampen, verrekijkers enz. maar ook blinkende hulzen en ongebruikte munitie.  De veertienjarige Jozef Van Overloop, neef van Paul Vos (vroegere dagbladventer) verzamelde kogels en allerhande blinkende voorwerpen.  Hij vond ook een mooi doosje, nieuwsgierig deed hij het open.  Een handgranaat ontplofte in zijn handen en Jozef overleed ter plaatse.  Zijn speelmakker Van Goethem werd zwaar gewond.  Dit gebeuren was groot nieuws te Moerbeke, bijzonder omdat de ouders van Jozef, Alfons Van Overloop en zijn vrouw wekelijks eierenkooplieden waren op de Moerbeekse boerderijen.  Het kampterrein werd onmiddellijk verboden terrein voor iedereen.  Kort daarna is het herschapen tot een mooi buitenverblijf, en werden op het kamp langs de Pannenhuisstraat verscheidene huizen gebouwd.

 

 

 
© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.