Pelgrimstocht La Bastide d'Armagnac


Op zaterdag 7 juli vertrokken om 9u tien wielertoeristen vanuit Klein Sinaai naar Labastide D'armagnac.
Om het vertrek wat luister te geven, werden ze 40 km lang vergezeld door tientallen wielertoeristen van oa WTC R.O.D.A. en Blijf Jong.
Dagelijks neemt schepen Reno Martens de tijd voor een kort ritverslag.

Reeds maanden geleden begonnen de voorbereidingen voor de tocht van 1100 km.

De 10 deelnemers maakten zo veel mogelijk trainingstochten om de gemiddelde afstand van 130 km per dag zo goed mogelijk in de benen te hebben.

Ondertussen werd in de kerk een vleugel ingericht als wielermuseum. De grot werd immers te klein en kon bijlange niet de hele collectie truien uitstallen. In de kerk kan dit perfect.

De groep bestaat uit schepen Réno Martens (CD&V), Hugo Martens, Demian Van Daele, André Syvertsen, Chris Van Hooste, Els Vereecken, Emiel Van Osselaer, Willem De Block, Johan Koppen en Lucien Van Goethem. Els Vereecken is de enige vrouw. Ze heeft zelfs al de Madeleine beklommen en kan haar mannetje staan.


Zaterdag 7 juli, 9u00.
Het vertrek in Klein-Sinaai kan op heel wat belangstelling rekenen. Enkele plaatselijke wielerclubs hadden hun leden uitgenodigd om op zaterdag een 40-tal kilometers mee te rijden. Dat is ongeveer tot Aalst.
Niet minder dan 87 toeristen komen de 10 avonturiers een hart onder de riem steken.

Voor het vertrek wordt er aan het plaatselijke comité nog een wielertrui van Francesco Moser overhandigd door Lieven Van Vlierberghe . Hij was de woensdag daarvoor eregast op de Grote Prijs Sint-Niklaas die vertrok op de Dries in Sinaai. Moser promootte er ook zijn eigen wijn die door de firma Viva Vino uit Sint-Niklaas wordt verdeeld.  “Prachtig, zo’n wollen exemplaar van dertig jaar geleden”, zegt Van Daele. “We zijn van plan om iedereen die een bijdrage doet, op te nemen in een ‘orde van de ambassadeurs’.”

Een ander bijzonder moment aan de start is wanneer André Syvertsen, alisas 'de zingende renner' het Ave Maria zingt voor de aanwezigen. Het geeft iedereen bijzonder veel moed om aan de tocht te beginnen.

De eerste rit heeft eindbestemming Valenciennes. Het parcours loopt via Aalst, Geraardsbergen en Doornik. Onderweg zijn er af en toe fikse plensbuien, maar vooral de slechte staat van de wegen zorgt voor vertraging. Af en toe een lekke band en een trager tempo.

Uiteindelijk worden de 118 km naar Valenciennes makkelijk overbrugd en wordt de eerste rit bij iedereen vlot verteerd.

Over Valenciennes

Zondag 8 juli.
De tocht is iets langer dan de vorige dag, maar nog steeds over een vrij vlak parcours. De grootste 'kuitenbijters' komen daarna pas. Bij het ontbijt tussen 8u en 9u is het water aan het gieten. Daarna trekt de hemel open en is er af en toe nog een fris buitje. Maar niets ergs.

Jacques en Ann rijden in de volgwagen. Alle materiaal en kledij reist dus mee. Onderweg is er iemand wiens ketting breekt. Het zorgt voor enig oponthoud, maar ook al is het zondag; een fietsenmaker is niet nodig want de ploeg kan de ketting zelf herstellen.

Vele bestuurders die de groep voorbijrijden reageren enthousiast en supporteren voor hen. Er is sprake van een teamgeest, want de renners hebben allemaal dezelfde wieleruitrusting.

 

 

Toeristisch:

Naast Laon is Soissons de tweede toeristische stad van het departement Aisne. De naam Soissons linken velen aan de beroemde vaas. Noem het een verhaal of een legende, in elk geval vermelden de verschillende bronnen allemaal een ander verloop van de geschiedenis van die vaas. Ze zijn het er wel allemaal over eens dat de vaas deel uitmaakte van een buit die Clovis met zijn troepen heeft verdeeld na een gewonnen veldslag tegen de Romeinen. De soldaat die de vaas gekregen had wou die niet meer teruggeven aan Clovis en zou dan gedood zijn nadat hij in een kwade bui de vaas had vernietigd. Eén van de versies kan je nalezen op de website van Soissons (zie lager).

Maar wie naar Soissons gaat moet vooral de abdij van St-Jean-des-Vignes en de kathedraal bezoeken. De abdij is een ruïne nadat de kerk in de 19de eeuw met de opbrengsten van de afbraak de kathedraal liet restaureren. Een paar delen, zoals de façade en torens van de abdijkerk en een paar andere gebouwen bleven overeind. Er is een tentoonstellingsruimte opgericht in het voormalig legerarsenaal.

De kathedraal St-Gervais et St-Protagis dateert vanaf de 13de eeuw en is niet bekend bij het publiek, niettegenstaande ze van dezelfde periode is als deze van Chartres en aan grootsheid zeker niet moet onderdoen. Je kan ook een bezoek brengen aan het Musée Saint-Leger in een bijgebouw van de gelijknamige abdij. Je vindt er kunstwerken en archeologische vondsten van deze regio. 

Legende van de Vaas van Soissons

Maandag 9 juli
Ideaal weertje. Enkele bergen die de fietsers er doen aan herinneren waarvoor we getraind hebben. Iedereen komt fit en wel aan in Barbizon. Onderweg enkele steden die al vaker het strijdtoneel waren in de Tour de France. Net als gisteren worden we aangemoedigd door chauffeurs of wandelaars langs de kant van de weg. Wanneer de groep stopt, komen mensen uit de buurt spontaan vragen of ze zich willen verfrissen of iets nodig hebben. In de volgwagen zit een uitklapbare tafel die kan geinstalleerd worden op elk dorpspleintje. Op die manier beschikken de fietsers over een echte veldkeuken. Vanuit Klein-Sinaai komen de berichten binnen dat er mooie artiekels zijn verschenen in de kranten. Dat doet iedereen plezier. Het geeft weer nieuwe moed om de rit van morgen aan te vatten naar Suèvres, ongeveer 30km ten zuiden van Orléans.

Toeristisch:
Barbizon ligt in het midden van het Fôret de Fontainebleau, een van de grootste bossen van Europa, dat tussen de 20 en 30 km in doorsnee is. Het is een kunstenaarsdorpeje zoals Sint-Martens-Latem. Tussen 1830-1850 was het een toevlucht voor vele schilders die er hun liefde voor de natuur wilden beleven.
Het Kasteel van Fontainebleau in Fontainebleau is een voormalige Franse koninklijke residentie in de regio Île-de-France. Het Musée du château de Fontainebleu maakt deel uit van de Réunion des musées nationaux et du Grand Palais des Champs-Élysées.
Het slot is in de middeleeuwen ontstaan, maar werd vanaf 1528 door koning Frans I uitgebreid. Hij bracht er ook een deel van zijn kunstcollectie onder - inclusief de Mona Lisa - en ging vaak jagen in het nabijgelegen woud.
Tot en met Napoleon III beschouwden alle Franse staatshoofden het kasteel als een van hun woonhuizen en hun belangrijkste jachtresidentie, naast Chambord. Koning Hendrik IV breidde het verder uit en legde een groot deel van de tuin aan. Ook de Zonnekoning Lodewijk XIV bracht er de herfsten door om te jagen. Napoleon verbouwde het en liet er de Paus logeren, die hem tot keizer kwam zalven, de kroning deed Napoleon namelijk zelf.
Het kasteel was meermaals de locatie van een verdrag van Fontainebleau. Het is nu de grootste toeristische trekpleister van de regio en staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Pagina 1 van 2

© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.