Anton Van Wilderode

Op jonge leeftijd schreef Cyriel Coupé een reeks gedichten onder de titel 'Jonge Bloemen'.
Later publiceerde hij drie novellen onder de schuilnaam Maurits Wille.
Voor de novelle 'Dis al' kreeg hij in 1941 zijn eerste prijs, er zouden er nog veel volgen (zie bibliografie). Hij ondertekende met F.P. Coupé. Andere pseudoniemen waaronder hij in kranten en tijdschriften bijdragen leverde waren Maurits Wille, Jan van Delft, Godelieve van Ginste, Alfred Beets, Cato van Kaaskerke, Joost Ruyser, A., K.M. enz. Deze schuilnamen waren noodzakelijk omdat priester-studenten in die tijd niet mochten publiceren.
Hij koos uiteindelijk voor Anton van Wilderode. Sint-Antonius-Abt was de patroon van Moerbeke en in een telefoonboek vond hij de poëtisch klinkende naam 'van Wilderode'. Het eerste gedicht dat onder deze schuilnaam verscheen was 'Herfstlied'.

 

 

 

Tussen Klein-Sinaai en Zwaanaarde
zijn de weiden op den noen
inniger giftiger groen,
de hemel van ivoor
vormt een passend decor
voor patrijzen en zwarte paarden.
 
Een land om zomaar te liggen
in onwezelijk middaglicht
een beetje uit het gezicht,
maar degelijk vastgeklonken
aan dikke processietronken
met bochels en hoge ruggen.

Achter het Voorhout en de Trompe
op de zwevende vloeren der zompen
op de sloten van zwart fluweel
drijven en draaien de groene plompen
met hun kleine trompet van keel.
 
Vaamdiep onder de oppervlakte
wuift het verwilderde fijngetakte
wortelbos van het waterkruid
en gaan scholen opzichtig gelakte
visjes als vonken aan en uit.
 
Dunnen twijgen vol groen geregen
en een zomer lang halverwegen
tussen overkanten van gras
reiken en groeien elkander tegen
wiegen boven de waterplas.

De okeren huizen van Stekene vallen
achter twee bochten plotseling uit.
Dwarsdoor de holten van hagen en stallen
wordt de wind van de vlakte luid.
 
Dichtbij het kroeshaar van de tronken
ononderbroken laveloos
ligt de vaart in haar roes verzonken
onder een groene deken van kroos.
 
en op vermolmde liggers tegen
een sintelbodem van mos en kruid
lopen spoorrails moegelegen
in arren moede het landschap uit.
 
Kleine gehuchten van niets dan daken
in een gesloten vierkant bijeen
zonder zich ergens druk om te maken
blijven levenslang op de been.
 
Maar dezelfde wind, zonder adem halen
sedert de eeuwen van Boudelo,
zoekt hij een woonplaats binnen de kralen
en de bivakken van vlas of stro ?

Pseudoniem van Cyriel Paul Coupé, priester-dichter-schrijver
Geboren te Moerbeke-Waas in 1918
Studeerde klassieke filologie te leuven en werd n 1946 leraar te St-Niklaas
Debut als auteur in 1939 met novelle 'Dis al' in het tijdschrift 'Nederland'
Eerste gedicht in 1943 De Moerbeitoppen ruischten

© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.