800 JAAR SINAAI

In de loop der jaren is er heel wat gespeculeerd rond de herkomst van de naam ‘Sinaai’. Volgens de legende zou hij samenhangen met de verering van de parochiepatrones, de heilige Catharina van Alexandrië. Deze Egyptische prinses stierf de marteldood in de 4de eeuw, waarna haar lichaam door engelen overgebracht zou zijn naar een klooster op de berg Sinaï in Arabië. In het begin van de dertiende eeuw zouden kruisvaarders haar relikwieën naar de nieuwe Wase parochie hebben meegebracht; deze parochie kreeg meteen ook de naam van de heilige. Deze verklaring wordt echter niet meer aanvaard, want hoogst waarschijnlijk heeft de dorpsnaam een Germaanse oorsprong. Er zijn verschillende mogelijkheden:
- “sin” is een vervorming van “swin” (inham) en “aai” is een vervorming van “aa” (waterloop)
- de naam gaat terug op het oud-Germaanse werkwoord “sinnan” (ergens heengaan)
- de naam is een samenvoeging van het zelfstandig naamwoord “sin” (loop, bedding) en “aa” (waterloop)

De dorpsnaam is dus waarschijnlijk een watertoponiem en wijst op waterrijk land.

De naam Sinaai duikt in 1219 voor het eerst in documenten op. Op 9 oktober van dat jaar wordt door de toen regerende gravin van Vlaanderen, Johanna van Constantinopel, bij oorkonde een schenking gedaan aan de kerk van Sinaai van “zes bunder wastine” (dit is grond die nog niet in cultuur werd gebracht). Aan deze schenking was in 1217 een brief van de Doornikse bisschop Gossuinus voorafgegaan, die de pastoor van Waasmunster de opdracht gaf om twee wijken van zijn parochie af te splitsen als zelfstandige parochie; waarschijnlijk ging het hier om Sinaai en Sint-Niklaas. Om die oprichting materieel mogelijk te maken stond de vorstin het land af. Uit beide documenten kunnen we afleiden dat er in het begin van de dertiende eeuw een volwaardige woonkern rond de kerk van Sinaai bestond.

Van de allervroegste eeuwen weten wij heel weinig af. Tot vóór 1565 behoorde Sinaai tot het bisdom Doornik. Wél weten we dat reeds in 1218 de heerlijkheid van Zwaanaarde bestond. De naam is een samenstelling van “Suavo”, wat op een persoon slaat en “aard” of “aart”, wat stapelplaats of aanlegplaats betekent. We zijn er zeker van dat de eerste vermelding van de naam Sinaai - buiten de akte van 1219, waarvan we de echtheid niet zondermeer kunnen aannemen - dateert van 1238 : de naam “Synai” komt in dat jaar twee maal voor in de hoofdcijnsboeken van de Gentse Sint-Baafsabdij.

Hoe onze streek er in de vijftiende eeuw cijfermatig uitzag, blijkt uit volgende gegevens: in 1408 werden er in Sinaai en in Belsele samen 371 hofsteden of woonhuizen geteld en 1200 communicanten. Beide dorpen waren samen ongeveer 3200 ha groot, het domein van de abdij van Boudelo niet inbegrepen (dit bedroeg ongeveer 800 ha). In 1480 staat Sinaai met 179 strijdbare mannen (dit zijn mannen tussen 18 en 70 jaar) op de rol; dit was 5% van het totaal voor het Land van Waas. In 1552, tijdens de laatste jaren van de regering van Keizer Karel, bedroeg dit aantal 224.

Van de allervroegste eeuwen weten wij heel weinig af. Tot vóór 1565 behoorde Sinaai tot het bisdom Doornik. Wél weten we dat reeds in 1218 de heerlijkheid van Zwaanaarde bestond. De naam is een samenstelling van “Suavo”, wat op een persoon slaat en “aard” of “aart”, wat stapelplaats of aanlegplaats betekent. We zijn er zeker van dat de eerste vermelding van de naam Sinaai - buiten de akte van 1219, waarvan we de echtheid niet zondermeer kunnen aannemen - dateert van 1238 : de naam “Synai” komt in dat jaar twee maal voor in de hoofdcijnsboeken van de Gentse Sint-Baafsabdij.

Na de Tweede Wereldoorlog werd ook Sinaai duchtig uitgebreid en gemoderniseerd : verbetering van wegen, uitbreiding van het elektriciteitsnet, autobusverbindingen naar Sint-Niklaas en Lokeren, aanleg van nieuwe wijken (Dr. Haeltermanlaan, Beukenlaan en Bellemansstraat, Klokke Roeland, Mezenstraat, Papenakkerwijk, Hemelsbreedte).

© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.