De naam Boudelo, die uit twee delen bestaat, kan als volgt worden verklaard: Bouden, vleivorm op -in, afgeleid van Boudewijn (Boudewijn I van Constantinopel, graaf van Vlaanderen), en lo een bosje op een zandige, hoger gelegen plek.
Wanneer de Moervaart een bocht van 90 graden naar links maakt, passeert Klein-Sinaai aan je rechterkant, een kleine deelgemeente van Stekene. In 1197 vestigde Boudewijn van Boekel zich in dit gebied. Hij stichtte er de Boudelo-abdij die het gebied van de “moeren” en de “sompelingen” van de Durme zou opwaarderen. Het gebied was toen een deel van Sinaai, maar ging onder de hoede van Boudelo, een eigen leven leiden en kreeg de naam Klein-Sinaai. Toen de abdij in 1578 werd verwoest tijdens de beeldenstorm, werd zeer snel een kapel “Onze Lieve Vrouw van den Elsbos” opgericht (1636) die de basis werd van de parochie. De opgravingen op de plaats van de vroegere abdij bewijzen tienduizend jaar bewoning. Een monument en de Boudelo-hoeve herinneren nog aan de abdij. Ook het verhaal van Reynaert de Vos, die overal in het Waasland zijn sporen naliet, kent hier zijn oorsprong. Meer en meer wordt de lekenbroeder Willem van Boudelo - “Willem die Madoc maecte” - als auteur van het Reynaertverhaal naar voren geschoven.

 

Boudelo in detail ontdekken? www.boudelo.be

 

Het Waasland is een belangrijke natuurlandschappelijke eenheid in het noordelijk zandig Vlaanderen tijdens de vroege Middeleeuwen. Meer dan de helft ervan werd bedekt door het zogenaamde Koningsforeest, dat door de Graaf van Vlaanderen beheerd werd. De grenzen van dit woud komen goed overeen met een strook van humusarme stuifzandgronden. Langs de noordzijde wordt het koningsforest begrensd door de veengronden van het ambacht Hulst. In het begin van de grote Middeleeuwse ontginningen vormden de wastines (de woeste gronden) een groot aaneengesloten delen. Abdijen mogen enkel ontginnen na toestemming van de landsheer, de Graaf van Vlaanderen. In het Waasland zal, hoofdzakelijk in de dertiende eeuw, het Koningsforeest en de aangrenzende wastines vrij systematisch door de abdij van Boudelo in cultuur gebracht worden. Rond 1195 trok de Gentse benedictijn, Balduinus van Bocla of Boudewijn van Boekel, zich terug uit de Gentse Sint-Pietersabdij en verkoos samen met een tiental volgelingen een sober bestaan in een woudgebied te leiden. Hiervoor koos hij het bosrijke gebied tussen Hulst en Sint-Niklaas uit. In een elzenbos, op een landduin, gelegen te Klein-Sinaai, vestigde hij een klooster langsheen de oude Heirweg en nabij de Durme.

De resultaten van de opgravingen van Boudelo rond 1970 onder leiding van Dhr. A. De Belie werden overgebracht naar Sint-Niklaas. Met deze zaken werd op "Zwijgershoek" de Boudelo-zaal opgericht, die een overzichtelijk beeld gaf van de Boudelo-site, als van het vroegere leven aldaar. Deze opstelling is ondertussen afgebroken en enkele stukken zijn opgenomen in het huidige museum.

 

 

Lees hier in chronologische volgorde de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van de abdij.

1197: Balduinus van Bocla (Boudewijn van Boekel), een benediktijnermonnik, verlaat met een paar volgelingen de Sint-Pietersabdij om in eenzaamheid te leven in het afgelegen gebied van 'Woestinen' in het Land van Waas. Hij sticht een geloofsgemeenschap in het plaatsje Boudelo in het Land van Waas.

1200: Boudewijn van Boekel en kompanen worden door graaf Boudewijn IX vrijgesteld van tienden, en krijgen ondermeer grond en een molen.

1203: de bisschop van Doornik geeft goedkeuring voor het inrichten van een klooster
december 1203: paus Innocentius III plaatst de gemeenschap onder zijn bescherming

 

 

De monniken van Boudelo verblijven tussen 1578 en 1584 in het buitenland. Nadat Farnese het Land van Waas en Gent heroverd heeft op de protestanten, besluit de gemeenschap terug te keren. Ze hadden hun oorspronkelijke gebouwen in het Land van Waas wel kunnen terugkopen, maar ze besloten toch maar opnieuw te beginnen in hun refugiehuis in Gent.

Het einde van de gemeenschap kwam er met de Franse periode: na de overwinning van de Fransen op Oostenrijk in 1795, kreeg de abdij een fenomenaal grote oorlogsbelasting van 800.000 pond opgelegd. Een jaar daarna kwam daar een bijkomende "geforceerde lening" van ruim 200.000 pond bij. De abdij kon onmogelijk aan miljoen pond betalen, zelfs niet na verkoop van een groot deel van het onroerend goed. De republikeinen bezetten de gebouwen, slaan het onroerend goed aan, verkopen de inboedel, smijten de monniken buiten, en in september 1796 wordt de gemeenschap dan ook definitief opgeheven.

De kerk wordt een tijd gebruikt als Tempel van de Rede en als theater voor republikeinse feesten, en daarna als bibliotheek voor het Departement van de Schelde (nu: Oost-Vlaanderen). Een deel van de kloostergebouwen wordt afgebroken, en een deel wordt als school ingericht.

Op 4 december 2010 hadden we een interview met Alfons De Belie, die de opgravingen op de site Boudelo uitvoerde.

Na het grondig lezen van zijn boeken, hadden we nog een aantal ernstige vragen, die we met de man zelf wilden delen. Maar het interview is zeker nog niet afgerond.

Een overzicht van enkele belangrijke kaarten zodat u kunt zien hoe groot de abdij was en hoe het er ongeveer moet hebben uitgezien. De kaart werd getekend door Horenbaut en was een belangrijke bron om de opgravingen op te baseren.

 

 

De Cistercienzer Orde
Negen eeuwen geleden bouwden de cisterciënzers hun eerste abdijen. Het waren bouwtechnisch gezien, zeker in die tijd, absolute meesterwerken. De cisterciënzers leefden ascetisch en dat was in die tijd voor ridders haast even aantrekkelijk als deelname aan de kruistochten. Onder de bezielende leiding van Bernardus van Clairveaux werden vanuit Frankrijk overal in Europa honderden nieuwe kloosters gesticht. 

Het kaartenboek van Klein-Sinaai rond 1670 en Horenbaut 1576

We maakten een nooit eerder uitgevoerde vergelijking tussen vroegere kloostergronden en de huidige wijk Boudelo. Dit alles op basis van het kaartenboek van Anthonis Van Landeghem uit 1670. Boeiend om op basis van Google Earth en de Iphone-technologie een perfect vergelijk te kunnen maken.

 

 

Het centrale abdijcomplex bestond uit een kerk, bibliotheek, keuken, recreatielokaal, lavatory, kruisgang, sacristie, kapittelzaal, verwarmd lokaal, refter, pand en een trap die naar de slaapzaal van de monniken leidde. Binnen de muren van de abdij bevonden zich onder andere een infirmerie, een koeienstal, paardenstal, schapenstal en duiventoren alsook een aantal visvijvers.

 

Net zoals voor de abdijgebouwen is er ook van het Lijsdonkhof een tekening overgebleven, dit keer uit de zeventiende eeuw (1641). Ook deze tekening moet met het nodige voorbehoud bekeken worden. Sanderus schonk enkel aandacht aan het kasteeltje en de rest moet met een korreltje zout genomen worden. Zo zou de grote schuur (in de rechterhelft van de afbeelding) op het neerhof te veel naar rechts staan. En het landschap is in deze streek natuurlijk niet zo heuvelachtig als de tekening laat uitschijnen.

 

De naam Baudelo is gemakkelijk uit te leggen. In het Middelnederlands betekende lo een bosje. Zo kennen we bijvoorbeeld Elslo te Evergem en ook Lochristi. In het Wase Sinaai betrof het een bos van Boudewijn, vermoedelijk een van de vele Vlaamse graven met die naam. In dat Bouden’s lo vestigde zich in de negentiger jaren van de 12de eeuw de kluizenaar Boudewijn van Boekel. Hij trok een schare volgelingen aan die in het jaar 1200 officieel een klooster konden oprichten op die plaats. Al in 1204 verhief de graaf – dat behoorde tot zijn bevoegdheid – de stichting tot abdij. Merkwaardig is wel dat in het Waasland de oude schrijfwijze Boudelo (oorspronkelijk meest Bodelo geschreven) behouden bleef, terwijl de Gentse tongval er Baudelo van maakte.

Uit het puin van de abdij wordt in 1660 de Boudelohoeve opgetrokken, die nu nog steeds als landbouwbedrijf wordt uitgebaat, gelegen in de Koebrugstraat.

 

 

Uit diverse bronnen vernemen we dat er op de site van Boudelo een aantal bijzonder oude kruiden bleven overleven. Daarvan is de Pijpbloem heel bijzonder. Stekjes werden door enkele archeologen en natuurliefhebbers meegenomen alvorens de wijk werd gebouwd.

Volgens de overlevering is deze plant door de kruisvaarders uit het Oosten naar hier gebracht, en werd het eerst in de Kloostertuinen en bij de Kastelen gekweekt. De naam sarrazijnkruid komt omdat de Arabieren Saracenen werden genoemd door de kruisvaarders.

 

Op 29/11/1570 zorgt een bliksemschicht op de abijkerk van Boudelo ervoor dat deze in lichterlaaie staat. Merkwaardig hoe snel dit onheil werd hersteld.
Een tweede brand, door mensen aangestoken, kondigde zich aan.

Na de verwoesting van de abdij door Gentse Calvinisten op 28 augustus 1578 neemt abt Jacobus del Rio de vlucht naar Keulen en keerde slechts in 1583 naar de Nederlanden terug. Op 27/1583 was hij nog in de Rijnstad. Hij ontving dan van de abdis van Burbach relikwieën van de Elfduizend Maagden, zo blijkt uit een akte.

Abt Engelbert Delfortrie was een edel en minzaam man, bemind door zijn broeders en geëerd er buiten. Zo verknocht aan het Oostenrijks regime dat de keizer-koster bij zijn onstuimige hervormingsplannen de Boudelo-abdij ontzag. Er werden door Keizer Karel 163 kloosters gesloten, maar Boudelo bleef bewaard.

Buiten de poorten van de abdij groeide wel het gemor tegen het kortzichtig optreden van de keizer, windstoten die ook in de abdij gevoeld werden. Maar de storm die weldra alles zou vernietigen, kwam uit het zuiden. In september 1792 stonden een elftal opgejaagde Fransen voor de abdijpoort. Ze werden minzaam ontvangen volgens de aloude wet van de gastvrijheid. 's Anderendaags ontbood de abt hen en luisterde naar hun verhalen. Afschuwelijk hoe de revolutionairen tekeer gingen, niet te vergelijken met Jozef II. De keizer wilde de kerk hervormen, aanpassen aan de nieuwe tijd. Bij de Franse revolutionairen was er sprake van niets ontziende haat.

De verschillende houdingen zijn oa te verklaren door het ontbreken van een lijkkist; in dit geval zijn er geen nagels te vinden. Bij sommige geraamten is vastgesteld dat de overledene met zijn pij op een plank is vastgenageld, dit is te zien aan de manier waarop de nagels rond het geraamte liggen; en andere zijn in een kist begraven waarvan de vorm soms door de vindplaats van de nagels bepaald kan worden.

Na de romeinen was het gebruik van baksteen teloorgegaan, met als gevolg dat in streken, waar natuursteen ontbrak, alle gebouwen in hout werden opgetrokken, behalve de stenen en kastelen van de heren die natuursteen konden aanvoeren langs de waterlopen (blauwe Doornikse hardsteen)

 

 

Er bestaat geen enkele twijfel meer over dat het wereldberoemde verhaal van Reynaert De Vos door een monnik van Boudelo is geschreven.
Van den Vos Reynaerde is een episch dierdicht dat geldt als een hoogtepunt in de Nederlandse middeleeuwse literatuur.
Het boek zou zijn geschreven in de 13e eeuw door een zekere Willem, over wie in de eerste regels gezegd wordt dat hij nog iets anders gemaakt heeft, namelijk Madocke. Madocke is een algemene term voor ridderverhalen. Willem van Boudelo, alias Willem Corthals.

 

De "Koudenbornmolen" of "Boudelomolen" en ook "Sterremolen" geheten, was een houten korenwindmolen die aanvankelijk eigendom was van de abdij van Boudelo te Klein-Sinaai (Stekene). Hij werd rond 1200 opgericht en werd in 1417 als Coudenbornmolen vermeld. Van de molen bleven  pachtcontracten bewaard voor de molen uit de periode 1559-1585. De staakmolen werd in 1948 gesloopt. De bijbehorende vroegere rosmolen werd nog een tijd lang elektrisch aangedreven (thans vervangen door garage).

Een groep archeologen en studenten archeologie van de Universiteit Gent voeren momenteel opgravingen uit op de oude site van de abdij van Boudelo. Nu al is het zeker dat het gaat om nieuwe vondsten.

Onder leiding van Prof. Dr. Wim De Clercq leggen ze de grondvesten van een oud 14de eeuws gebouw bloot. Door toepassing van de modernste technieken met GPS-metingen via satelliet en bodemonderzoek met electromagnetische inductiesensoren worden nu sporen tot 3 meter onder de grond gevonden. Het gevonden gebouw staat op geen enkele kaart of archief vermeld en de herkomst of functie ervan is nog onbekend. De oudste kaart van Boudelo is van 1576 en dit gebouw dateert van de jaren 1300-1400.
Mogelijk was het op het ogenblik van de oudste kaart dus al afgebroken. De gehele abdij werd in 1578 vernietigd

Wist je dat ?

De eerste sporen van aankoop van chocolade in de Boudelo-abdij te Gent te vinden zijn in 1636?
De abt van Boudelo koopt dan chocolade aan. De abdij in Klein-Sinaai was toen al vernield.
Eind 17de eeuw bekomt een zekere Emmanuel Soares de Rinero (Spanjaard of Portugees) de toelating om chocolade in Brabant te produceren. Zoals overal in Europa begint de bloeiperiode van de chocolade in de 18de eeuw.
Productiecentra ontstaan in verschillende grote steden. Op het einde van de 18de eeuw verschijnt chocolade in de keuken in allerlei desserten (pudding, gebakken, koekjes, ...)
Met de industrialisatie in de 19de eeuw, daalt de prijs van chocolade. De kwaliteit van Belgische chocolade is wereldwijd bekent, voornamelijk omdat Belgische chocolade met 100% cacaoboter gemaakt is maar ook voor de kwaliteit van de andere ingrediënten.

Het Stedelijk Museum Sint-Niklaas en Toerisme Waasland gaan de aandacht voor de Abdij van Boudelo terug opdrijven. De recente opgravingen door de universiteit Gent in augustus leverden meer kennis en materiaal op. Dit wordt nu door de wetenschappers in kaart gebracht en zullen allicht een nieuw licht werpen op de Abdijsite.

Vandaar dat het Museum van Sint-Niklaas inspanningen wil doen om bepaalde vondsten die ooit in de Boudelozaal stond terug van onder het stof te halen. Steeds meer jongeren, scholen, toeristen, fietsers en wandelaars zijn zich bewust waar de Abdij van Boudelo heeft gestaan en wat ze betekend heeft voor het Waasland.

Op donderdag 25 oktober – 20u00 is er een toneelstuk over Hildebrandt De Gebochelde. Hij was een monnik die 600 jaar geleden werd begraven op de abdijsite. Regisseur Johan De Vos brengt met 3 echte gradelvers (Wim Van Puymbroeck, Ludo Reyns en Johan De Vos) een kort theaterstuk van 30 minuten.

Is dit een voorstelling vanbinnen in de abdijkerk van Boudelo? Het verhaal wil dat deze afbeelding de binnenkant van de abdijkerk Klein-Sinaai voorstelt. Op de achtergrond rechts staat de kapel van den Lesten Stuyver. Dit is echter moeilijk aan te nemen, want deze zou aan de linkerkant moeten staan en rechts is kijkrichting Koebrug.

Op 14 maart jongstleden is Alfons De Belie op 87-jarige leeftijd overleden. Hij werd geboren in 1926. De Belie stond in de naoorlogse tijd mee aan de wieg van de Oost-Vlaamse archeologie.  Zo was hij, samen met prof. dr. S.J. De Laet, één van de stichters van het Verbond voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in Oost-Vlaanderen (VOBOV). De Belie was ook jarenlang voorzitter van deze vereniging die professionele en amateurarcheologen bij elkaar trachtte te brengen. Zijn levenswerk was het archeologisch onderzoek van de middeleeuwse Baudelo-abdij in Klein-Sinaai. In december 2010 hadden we nog een interview met hem over zijn leven en werk. Omdat zijn gezondheid die morgen niet optimaal was, stelden we het interview uit tot een andere dag. Uitstel werd afstel...

Gentse onderzoekers hebben met succes een bodemscantechniek gedemonstreerd waarmee ondergrondse (historische) structuren, zoals gedempte grachten of bakstenen bouwsels, tot meer dan drie meter diep geïdentificeerd kunnen worden zonder de bodem te verstoren. In combinatie met beperkte opgravingen kunnen verborgen archeologische landschappen zo in 3D in kaart gebracht worden. Het onderzoek is deze week gepubliceerd in Scientific Reports en kan rekenen op interesse van over heel de wereld.
Zelfs NBC NEWS en kranten in Argentinië bracht er een reportage over.

Lees er alles over op www.boudelo.be

 

Na het succes van de trappistenavond, organiseerde het Genootschap van Boudelo een Abdijbrunch.
Dankzij het prachtige herfstweer, konden alle gasten buiten plaatsnemen aan lange tafels. Alle gasten kregen een idee wat de kok in de abdij van Boudelo aan de monniken serveerde.
Bekijk de foto's

 

Op donderdag 11 september kwamen vele genodigden afgezakt voor de voorstelling van een tentoonstelling en nieuw boek 'Monnikenwerk'. Deze tentoonstelling is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen de Archeologische Dienst Waasland, de Universiteit Gent en de gemeente Stekene het afgelopen jaar. De nieuwe vondsten in  2011-2012 werpen een heel ander beeld licht op wat vroeger reeds werd onderzocht.

 

Boudelo opnieuw bekeken:
De lang verwachte academische lezing op 24 oktober van professor Wim De Clercq kon op heel belangstelling rekenen uit Klein-Sinaai en daarbuiten.
Onderwerp was de geschiedenis van de abdij,de recente bodemonderzoeken die in 2011 en 2012 werden uitgevoerd en de archeologische vondsten die daaruit voortkwamen. In het nieuwe boek 'Monnikenwerk' wordt het hele verhaal tot in detail uitgespit. Wie de tentoonstelling niet bezocht , kan in bovenstaand filmpje een idee krijgen van wat werd uitgelegd.

Geheime gangen in Klein-Sinaai

Indien we de onderaardse gangen, die in de sagen van ons land verwerkt zitten, in kaart zouden brengen, dan zou de kartering ons de indruk geven, dat het net van ondergrondse wegen een van zijn grootste uitbreidingen vindt in het Land van Waas, en dat het plaatselijk zwaartepunt ervan te zoeken valt rond de Abdij van Boudelo. Van 1971 tot 1986 ondernam Alfons De Belie opgravingen op de site van de abdij van Boudelo te Klein-Sinaai. Er was ook een opgraving op Coudenborm, dat bij de abdij behoorde. Vele bewoners vertelden over de geheime gangen en verborgen schatten.
Tot ieders verbazing werden de resten van geheime gangen gevonden...

Een ploeg van het VRT-programma 'Iedereen Beroemd' kwam een reportage maken over de manier waarop we de Boudelo-abdij in het landschap uittekenden. Met een drone, of quadcopter, vloog Niek Hombrouckx boven de wei waar ooit de abdij stond, en zo werden de abdijcontouren prachtig zichtbaar. Eerst hadden we deze nauwkeurig afgemaaid uiteraard.

 

In april organiseerde het Genootschap van Boudelo een trappistenavond. De opbrengst gaat integraal naar het nieuwe boek van Rob Baetens. Het boek zal door het Genootschap worden gepromoot en telt maar liefst 236 blz.
De abdij van Boudelo is van de landkaart geveegd, maar blijft even mysterieus als de verzonken wereld van Atlantis. De geest van Boudelo leeft voort en inspireert…
Na het eerste boek over De Schat van Boudelo uit 1997, kon een vervolg niet uitblijven.
Schrijver Rob Baetens, Isabelle Van Overtvelt en Tony De Wilde van het Boudelogenootschap gaven afgelopen zondag het startschot voor de campagne.
Het boek wordt voorgesteld op vrijdag 12/06/2015 om 20u00 in de bib van Stekene. Iedereen is welkom.

© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.